Vraag 1: Kent u een dier met (een) superkracht(en)?

1. Nee.

2. Nee.

3. Ja.

4. Nee.

5. Ja, vleermuizen.

6. Ja.

7. Nee.

Vraag 2: Hoeveel dieren denkt u die (een) superkracht(en) hebben?

1. Nul.

2. Nul.

3. Best veel denk ik.

4. Nul.

5. Meer dan honderd; er zijn nog dieren onbekend.

6. Vijftig.

7. Nul.

Vraag 3: Als u denkt aan een dier met (een) superkracht(en), waar denkt u dan aan?

1. Heel snel.

2. Heel sterk.

3. Een mier die meer dan 5x zijn gewicht kan tillen.

4. Iets wat niet kan.

5. Vleermuis.

6. Vleermuis.

7. Dingen die niet echt zijn.

Vraag 4: Hoe oud denkt u dat een turrittopsis Nutricula kan worden?

1. Heel oud, misschien 100 jaar.

2. 300 jaar.

3. 150 jaar.

4. 2 jaar.

5. Hij kan niet dood gaan door ouderdom.

6. 40 jaar

7. 160 jaar.

Vraag 5: Als ik zeg dat een vogelbekdier een superkracht heeft,wat denkt u dan dat dat is?

1. Het kan heel klein worden.

2. Het is heel snel.

3. Het heeft een hele sterke bek.

4. De bek.

5. Het kan boomstammen met zijn staart breken.

6. Het kan vliegen.

7. Het kan snel vliegen.